1 april 2017

Pasen

Geschreven door Peter Kluit

De woestijn in het gebied ten zuidoosten van de Middellandse Zee is doorgaans droog, heet land. Heuvels doorsneden met brede rivierbeddingen. Het grootste deel van het jaar is de rivier niet meer dan een smal modderstroompje. Leeuwen, gemzen, jakhalzen, olifanten dalen met gevaar voor eigen leven af uit de heuvels naar het water om te drinken en trekken zich dan weer snel terug in de beschutting van de rotsen. Dor, droog landschap.

Totdat het water opkomt. Dat gaat geluidloos en snel. Het water komt zachtjes aanrollen en vloeit uit over de rivierbed- dingen. Eerst zijn er modder- stromen, maar al gauw staat het water hoger en kunnen de dieren niet alleen drinken maar wentelen spetteren in het ver- koelende water. En dan, met een paar dagen, staat de woe- stijn in bloei. Groene vlakten, overstrooid met geel, rose, witte bloesem. Een wonderlijke omslag van dor en doods naar bloeiend en levend. Ieder jaar weer. Mens, dier en gewas leeft op.

Zo gaat het al ruim tweeëneenhalf duizend jaar. Jesaja bezong in de achtste eeuw voor Chr deze omslag en sprak de mensen moed in. Voor hem was het een bemoediging, hoop. Want als God de steppe zo bloeien laat, hoe zou hij dan de mens kunnen vergeten? Met zijn lied brengt hij het vertrouwen van mensen weer boven. Hij delft op wat in mensen leeft, maar wat door tegenslagen en verdriet soms is weggezakt en begraven.

Het is een ervaring die iedereen in zijn eigen leven kent. De ervaring dat wat uitzichtloos, vastgelopen, vruchteloos leek, is geworden tot een nieuwe weg, hoop, vruchtbaar. Het is hét grote thema in het Jodendom: de omslag van gevangenschap naar vrijheid, de exodus. In het Christendom is het doorgegaan in de verhalen over de opstanding: uit een doods einde naar een levend begin. Die ervaring die iedereen kent, is een fundament voor vertrouwen. Vertrouwen in God die begin en einde is, alles in allen. Die niet laat varen het werk waar zijn hand aan begonnen is.

Oosterhuis heeft het beeld van de woestijn vertaald in een uitbundig lied: “De steppe zal bloeien. De steppe zal lachen en juichen. De rotsen die staan vanaf de dagen der schepping  staan vol water, maar dicht. De rotsen gaan open. Het water zal stromen, het water zal tintelen, stralen, dorstigen komen en drinken.De steppe zal drinken, de steppe zal bloeien, de steppe zal lachen en juichen.”

Sabine du Croo de Jongh

Gerelateerd