11 februari 2018

Vervolg: Martje en Jan Saveur over de stille kracht en de liefde op de motorfiets!

Geschreven door Peter Kluit

In dit tweede deel van het interview met Jan en Martje Saveur wordt ingegaan op de antwoorden op een aantal levensvragen, die zij soms als uit één mond gaven. Het gesprek vond plaats in het bijzondere ‘Harep Slamat’ (Indonesisch voor Hoop Op Goede Tijden), een dorpsvilla waar je de tropen als het ware nog kunt ruiken. In dit huis heeft de hoop op goede tijden kunnen beklijven. Het interview vond plaats aan tafel in de serre met een harmonieuze twee-eenheid met een vracht aan eten en veel gezelligheid en soms een traan. Bovenal bleef de sfeer gevoed door de kracht die het verleden kan geven, daar over is veel verteld en daarom wordt het interview in twee delen gepubliceerd.

Wie leerde je een belangrijke les?

Jan: Van Wim Timmers, een goede vriend en kamergenoot in mijn studietijd. De eerste twintig jaar na onze studie was er nauwelijks contact door verblijven in het buitensland. Daarna wel. Ik had altijd veel vertrouwen in hem. Eens besprak ik met hem de kans die ik toen kreeg om hoogleraar te worden. Hij maakte mij duidelijk dat ik er beter geen werk van moest maken en zeker niet vanwege het prestige onder vakgenoten en werkgever. Martje vult daarbij aan dat zijn werkgever hem vooral nodig had als constructeur, er waren niet zoveel Ingenieurs die dat vak van bruggen bouwen onder de knie hadden. Ze wilden hem niet missen.

Martje: Ik heb zoveel van mijn moeder geleerd, zij is nog altijd een krachtig voorbeeld voor mij, al leeft zij allang nier meer. Ik ben opgegroeid met de boodschap altijd goed voor mezelf te kunnen zorgen, niet afhankelijk zijn. Ingegeven door haar eigen kwetsbare positie als jonge weduwe, die gerepatrieerd in Nederland geen enkele steun heeft gekregen, ook niet van haar familie.

Maar ik heb ook veel van Jan geleerd, hij heeft mij altijd gestimuleerd in het aangaan van bepaalde zaken, bijvoorbeeld in de opzet van een peuterspeelzaal, destijds 1969 een nieuw initiatief. Wij hadden de tweede in Nederland. Verder leer ik van Jan je neus achter na te gaan, als wij ergens fietsen ziet Jan een leuk straatje…waar hij dan al fietsende induikt, dan denk ik weleens we fietsen om…Maar het leidt vaak naar leuke nieuwe straten en “gezichten”.

Wie bewonder je?

Martje: Voor goede jazz musici die uit het hoofd lekkere muziek spelen, maar ook goede toneelspelers als Anne-Wil Blankers heb ik echt bewondering.

Jan: Jac. P. Thijsse! Hij heeft zoveel bijgedragen aan de maatschappij als schrijver, onderwijzer en natuurbeschermer. Hij stond aan de wieg van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland en was actief in veel andere organisaties, hij heeft veel nagelaten en heeft het verschil gemaakt.

Welke eigenschap vind je minder aan jezelf en in anderen?

Jan en Martje antwoordden hier bijna gelijktijdig hetzelfde: het onderhouden van sociale contacten, te laat aan verjaardagen denken, er dan wel aan denken een kaart willen schrijven en het dan niet doen. ‘Gelukkig hebben we hele aardige vrienden!’

 

Wat is je favoriete reis?

Jan en Martje kijken hierbij niet achterom… Ze willen ergens in de toekomst voor een wat langere tijd nog eens naar Indonesië hun letterlijke vader-land. Wanneer weten ze nog niet, maar het moet gebeuren en dan plakken ze er weer een maand lang Behasa Indonesia les aan, oftewel Indonesische taalles.

Ook willen ze nog in hun MG, hun enige guilty pleasure het sportwagentje van het merk Morris Garages, naar Frankrijk om daar in hun kleine tentje te kamperen. Martje verheugt zich er al op dat zij dan zelf achter het stuur met de nodige schwung een camping op rijdt, en daar dan al die jonge mensen verbaasd ziet kijken als “de oudjes” hun entree maken, met luid gierende motor en hun even later verbaasd ziet zijn over het kleinste tentje van de camping.

Wat is je grootste angst?

Het verlies van een kind! Ons eerste kind, Dolf (genoemd naar Martjes vader) is na anderhalve dag overleden aan een hartkwaal. Hij werd direct van Martje gescheiden om te worden overgebracht naar het kinderziekenhuis in Den Haag waar hij is overleden. Groot verdriet, een gat in het bestaan, ook omdat Martje nooit afscheid heeft kunnen nemen. Jan wel…”het was zo een mooi jongetje.” Gelukkig hebben zij daarna drie gezonde dochters gekregen: Ida (genoemd naar Martje’s moeder), Sietske (genoemd naar de moeder van Jan) en Anneke (genoemd naar zus van Martje).

Verder delen zij beiden de angst om door de aftakeling in hun gezondheid afhankelijk te worden, dement of incontinent worden, te moeten worden gewassen door vreemden en te leven zonder tot de wereld te behoren. Martje heeft ook angst om de verloedering en de verharding in de wereld. “De verruwing is al in het taalgebruik te zien, zo naar.”

Wat is je grootste prestatie?

Jan: De uitdagingen te durven aangaan die mijn werk mij boden. Zo heb ik midden jaren ’70 jaar in Nigeria gewerkt met standplaats Lagos, om als eigen baasje voor ons bedrijf werken aan te nemen en uit te voeren. Na een intermezzo van een jaar in Nederland mocht ik naar Amerika om te kijken of daar werk voor ons zou zijn. We kwamen terecht in Miami. Martje en de kinderen gingen beide keren mee. De verhuizingen waren beide keren nogal hals over kop. Een heel gedoe maar terugkijkend op die periode zijn het boeiende tijden geweest.

Martje: mijn boek! De vele reacties op mijn boek zijn overweldigend, maar onverwacht. Een posthume eer aan mijn vader en mijn moeder.

Martje’s boek ‘Het koffertje van mijn moeder, herinneringen aan Indië ’ verscheen dit jaar,

Martje begon dit boekje eigenlijk te schrijven voor haar kleinkinderen, in gedeelten omdat zij de belangrijke familie verhalen niet verloren wilde laten gaan. Zo schreef ze voor haar oudste kleinzoon Daan haar herinneringen aan De Birma spoorweg op. Om dit wat meer gestructureerd te kunnen doen nam Martje deel aan een schrijfcursus bij een kleine uitgeverij, die direct “brood” zag in het verhaal en Martje uitnodigde een boek te schrijven. Inmiddels is er een vijfde druk van op de markt is gekomen, het boek leeft en het onderwerp ook. Voor Martje is er nu een totaal ander leven ontstaan…ze zit in het “lezingencircuit” en gaat boekhandels en scholen langs om te vertellen over deze periode. Een vroegere grote prestatie is het oprichten van de peuterspelzalen in de gemeente Velsen en wat veel voldoening gaf was de type-les aan blinde kinderen in Nigeria.

Wat is je dierbaarste bezit?

Martje: Het koffertje……, maar ook Jan! Jan lachend protesterend: ik ben je bezit niet! Martje : wij zijn altijd samen. Niet dat we hele dagen met elkaar optrekken, maar ook als ik alleen ben, voel ik mij nooit alleen, Jan is altijd dichtbij en is er altijd voor mij. Ik kan op hem bouwen en moet er niet aan denken hem te missen.

Martje is altijd opgegroeid met de gedachte dat spullen maar spullen zijn. Haar moeder kwam met Martje en haar zus met niets naar Nederland, maar heeft hun altijd een “thuis” kunnen bieden. Dat is dan ook wat Martje nog steeds belangrijk vindt, thuis in een huis waar je je veilig voelt.

Jan: in het stoffelijk zijn mijn tekeningen en de boekjes met tekeningen mijn dierbaarste bezit.

Wat waardeer je het meest in je vrienden?

Jan en Martje…de tijd die je deelt met je vrienden door de jaren heen is kostbaar. Het lang kennen en leven met elkaar geeft een sterke band. Dan is het fijn als die vrienden die je zo goed kennen je ook steunen in moeilijke tijden. Zoals bij de ziekte van hun kleindochter Caitlyn, die door hersenvliesontsteking haar gehoor is kwijtgeraakt toen zij 1½ jaar oud was. Met Caitlyn gaat het gelukkig goed, zij heeft twee gehoorimplantaten en doet het goed op het vwo.

Wie of wat ergert je het meest?

Martje: Ik luister graag naar de radio, dan erger ik me aan de stomme vragen die mensen kunnen stellen.

Jan: de TV was laatst stuk (nb: lieve lezers de flatscreen is bij huize Harep Slamat nog niet doorgedrongen, het echtpaar kijkt naar een ouderwets grote dikke TV), ik kan het dan niet uitstaan dat ik het ding niet aan de praat krijg. Het idee dat ik de televisiezaak moet opbellen, daar kan ik zo tegen op zien. Gelukkig is het me wel gelukt, maar het heeft veel ergernis gegeven en we hebben een maand lang niet kunnen kijken. Niet dat we denken iets gemist te hebben.

Willen jullie nog wat zeggen, de lezers meegeven?

Martje: Wat ik iedereen van mijn generatie zou willen meegeven is: blijf in beweging. Zowel geestelijk als lichamelijk. Pak met beide handen wat kan, wat  mogelijk is. Zeg niet: ik op mijn leeftijd kan/doe dat niet meer, DAAR BEN IK TE OUD VOOR. Natuurlijk zijn er omstandigheden of ziekten waar dat jammer genoeg niet opgaat. Maar ook dan kan het leven een uitdaging zijn en blijven. Mijn schoonmoeder zei altijd, ook toen ze al 83 was: ik kan alles nog, maar het gaat alleen een beetje langzamer.

Interview: Manon van’t Hof.

 

Gerelateerd