26 februari 2024

Veertigdagenblog #1: Iets nieuws

Geschreven door Sabine du Croo
Actueel Foto: Kerkfotografie Veertigdagenblog #1: Iets nieuws
Bezinning in de Veertigdagentijd: een paar keer per week verschijnt op onze site een speciale blog. Hoe kunnen we bepaalde teksten interpreteren? En hoe kunnen we in de Veertigdagentijd nadenken over ons eigen leven en dat van anderen?

Johannes hoorde van zijn leerlingen wat Jezus allemaal gedaan had. Hij riep twee van zijn leerlingen bij zich en stuurde hen naar de Heer toe met de vraag: ‘Bent u de messias die zou komen? Of moeten we wachten op iemand anders?’ De twee mannen kwamen bij Jezus en zeiden: ‘Johannes de Doper stuurt ons. Hij wil weten of u de messias bent. Is dat zo, of moeten we wachten op iemand anders?’ Jezus maakte op dat moment veel zieke mensen beter. Ook jaagde hij kwade geesten weg, en hij zorgde ervoor dat blinde mensen konden zien. Jezus zei tegen de mannen: ‘Ga terug naar Johannes. En vertel hem alles wat je hier ziet en hoort: Blinde mensen kunnen zien. Mensen die niet konden lopen, lopen rond. Mensen met een huidziekte zijn beter. Dove mensen kunnen horen. Dode mensen leven weer. En arme mensen horen het goede nieuws. Het echte geluk is voor iedereen die vertrouwen in mij heeft.’

Overweging

Johannes is een echte boeteprofeet: hij eet niet (hij vast) en drinkt geen alcohol, hij leeft in de woestijn en schreeuwt de mensen toe dat ze zich moeten bekeren, en tegen de farizeeën roept hij ‘adderengebroed’. Hij is de aankondiger van Jezus. Jezus is anders, hij eet en drinkt, deelt brood en wijn. Hij veroordeelt mensen niet op hun gedrag; hij eet met iedereen. Waar Johannes wordt gedreven door woede, wordt Jezus gedreven door mededogen. Johannes raakt daarvan in de war, dit is niet hoe een echte Messias zou optreden volgens hem. Wanneer kondigt hij de revolutie aan tegen de Romeinen?! Hoe zit het nou; is hij de Messias of niet? Toch staan Jezus en Johannes beiden voor de dezelfde zaak.

De vraag om mee te nemen

Wanneer houd ik door mijn ideeën over hoe dingen zouden moeten gaan, het aanbreken van iets nieuws, iets goeds, tegen?

Bijbeltekst uit Lucas 7, vers 18-23 (Bijbel in Gewone Taal)

Gerelateerd