7 maart 2017

GeZicht op Wilna Hupkes-de Kanter

Geschreven door Peter Kluit

Zicht krijgen op Wilna’s levensloop vraagt tijd, want zij heeft een lang en bewogen leven achter zich, maar kijkt met haar 91ste jaar ook nog vooruit, de toekomst in, dingen die nog te ontwikkelen zijn in de kunst bijvoorbeeld. Maar ook het in beweging brengen van haar levenshouding, van een levenshoudingconstructie naar de kern van het wezen die zij werkelijk is.

De ontvangst was allerhartelijkst en open “ik ben nerveus, ik vraag me af wat ik van mezelf kan en wil laten zien…”. Waarna Wilna mij naar mijn eigen achtergrond vroeg, de rollen even omgedraaid waren en het vertrouwen groeide en haar bewogen leven vervolgens kleurrijk en dynamisch werd geschetst, kunstwerken en foto’s getoond, de thee ruimschoots werd bijgeschonken en er twee gesprekken nodig waren om de gebruikelijke vragen in dit GeZicht te kunnen bespreken.

Levensloop

Ik ben in Delft opgegroeid, als tweede kind in een rij van drie. Mijn ouders leefden sober, maar je kon ze volgens mij wel tot de notabelen van de stad rekenen. Mijn moeder was o.a. regentes voor een kindertehuis in Delft en heeft er voor gezorgd dat de meisjes daar niet meer het weeshuisuniform, maar eigen, persoonlijke kleding konden dragen. Waarschijnlijk heeft mijn moeder een lange periode geleden aan wat wij nu een postnatale depressie zouden noemen, zo vond mijn grootmoeder mij verwaarloosd in mijn ledikantje, waarop er op haar initiatief een kinderjuffrouw is aangetrokken die mij verzorgde. Na 7 jaar nam mijn moeder de zorgrol weer op zich.

Aanvankelijk was mijn vader marine officier en voer op een driemaster met stoomvermogen naar Indië , bij het stichten van het gezin zocht hij werk aan de wal en werd adjunct directeur van Calvé, waar hij niet erg gelukkig in was. Als jongen wilde hij al de kunst in, maar dat mocht niet, door het missen van het zeeleven en de kunsten is hij daar lang ongelukkig in geweest. Mijn moeder zei vroeger weleens: ik geloof dat ik vader maar weer eens naar de zenuwarts stuur… en dan ging hij. Op zijn 60ste ging hij met pensioen en begon te schilderen, en bloeide hij op en was gelukkig. Met mijn vader heb ik het lang te doen gehad.

Het verschijnsel verdriet heeft in mijn leven de rol gehad van iets wat ik niet wilde en wegduwde. Door een vroege jeugdervaring heb ik een levenshoudingconstructie opgebouwd van een lief, bescheiden en verlegen meisje, al was ik ook eigenzinnig. Toen ik 1 ½ jaar was heb ik 2 en een halve maand alleen in een ziekenhuis gelegen, in dat ziekenhuis liep een kat (dat kon toen kennelijk nog), mijn moeder mocht alleen bij me komen als ik die kat bij mij in bed had, anders niet. Dus zat mijn moeder in de gang te wachten, totdat die kat eens opdook, waarmee zij naar binnen kon om mij te bezoeken. Die eigenzinnigheid heb ik altijd gehouden, maar de constructie ben ik de laatste 10 jaar aan het wijzigen. Ik hoef niet meer altijd flink te zijn!

Na het gymnasium ben ik op moeders voorstel de zogeheten lager acte voor het basisonderwijs gaan halen. In 1943 ging ik daarvoor in huis bij mensen in Amsterdam, een rare tijd. Veel heb ik buiten me gelaten… de oorlog zorgde voor een “klein” leven, er kon weinig en was weinig. Een benauwde periode. Na mijn examen ben ik zonder enige praktijkervaring gaan lesgeven, en dat was kan ik zeggen géén succes! De kinderen had ik niet in de hand. Eigenlijk had ik maar één ambitie en dat was trouwen en kinderen krijgen, maar ik was dé man nog niet tegen gekomen. Daarom ging ik werken in een weeshuis in Amsterdam zuid, met nog drie andere meisjes sliepen we achter de kinderzaal, een erg leuke periode, maar ook daar kwam er niets van mijn privé ambitie, nog steeds de juiste niet tegengekomen. Vervolgens ben ik sociale psychologie gaan studeren tot mijn kandidaats…want daar was hij, mijn grote liefde Herman, die studeerde voor Mijnbouwkundig ingenieur in Delft.

We trouwden, Herman was net afgestudeerd en ik raakte onbedoeld zwanger van Julius. Dit jongetje is na een zware bevalling met zuurstofgebrek, na twee dagen gestorven, zonder dat ik hem in mijn handen heb kunnen houden. Ik heb hem amper gezien, hij ligt begraven in het familiegraf in Delft. De dood van dit kind was een pijnlijk verlies, zeker, maar ik heb ervaren dat het kind gevoeld heeft dat het nog niet het goede moment was om bij ons te komen, en het stak daarom zijn vleugels uit.

De vogel was als het ware de vrijheid ingevlogen. De kinderen die wij later kregen waren allen op zich zelf staande, geen vervanging van iets of iemand, een welkom nieuw leven.

We hebben 5 jaar in de bush in Tanzania gewoond met onze twee kinderen Michiel en Roelof, heel sober …water uit de rivier en zo, een hele belevenis. Onze dochter Juliet is daar geboren, in een héél erg primitieve situatie. Dat ik dat gedurfd heb. Omdat de mijn gesloten werd keerden we terug naar Nederland en zijn wij in Bilthoven gaan wonen vanwege het werk van Herman, en kregen daar onze zoon Kasper.

In 1970 is Herman plotseling overleden, hij was toen 47 jaar, een hele schok, ook voor onze kinderen. Maar we moesten door en dat deed ik voor de kinderen. Destijds draaide ik eindeloos ”Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit”, een cantate van Bach. Hoe moeilijk mijn situatie ook was, deze plaat hielp mij mijn lot te accepteren en door te gaan. Mijn gevoel van geborgen zijn werd niet wezenlijk aangetast.

Er volgden de jaren zeventig, een levendige tijd ook voor mij. Er was een langdurige liefdesrelatie, maar die vervulde niet de rol van een vaderfiguur voor mijn kinderen. De liefde van Herman voel ik nog dagelijks, was er altijd en zal ook altijd bij me blijven. Als ik aan zee ben en naar de horizon kijk, groet ik hem altijd en praat ik wel eens met hem…

Eigenlijk laat ik pas nu, in mijn late levensdagen het verdriet toe, dat ik destijds niet kon omdat ik door moest en verdriet wegstopte, ook vanwege mijn oude construct.

Toen de kinderen waren uitgevlogen heb ik mij in Bloemendaal gesetteld, in een huis dat ik heb laten bouwen, een mooie plek met veel licht en groen om mij heen.

Ik schilder nu, dat helpt mij in mijn bewustwordingsproces, al schilderend kom je jezelf ontzettend tegen. In alle openheid probeer ik vormen en kleuren te laten ontstaan, die vertellen mij veel.

Verder heb ik veel jongere mensen om me heen, die houden me geïnteresseerd, zo praat ik met mijn kleinkinderen over de vrouwenemancipatie in Bosnië, of over kunstrestauratie in hét Rijks, zo volg ik “de wereld”. Met een groepje mensen beoefen ik één maal per week Qi kung in mijn huis, en in mijn eentje doe ik dat iedere avond voor het slapen gaan. Dat geeft mij een lekker leven en lijf, zo blijft het stromen. Verder heb ik veel bezoek, wandel ik iedere dag, schrijf ik brieven, en als ik echt geen afspraken heb op een dag dan ga ik kop koffie drinken bij “Bartje”in Bloemendaal, zulke aardige mensen daar.

Dan ben ik natuurlijk ook wel met de eindigheid bezig en dan niet alleen praktisch, zoals een besluit rond het vernieuwen van mijn tapijt, en de vraag dan rijst of dat nog zin heeft. Maar ook in mijn houding t.a.v. het leven, mijn leven van nu. Waarin ik mijzelf soms afvraag wanneer mijn lichaam het zal laten afweten, dat maakt soms angstig. Maar ik voel me gezegend, ik ben heel dankbaar voor alles wat ik nog beleef en nog zelf kan doen. Ouder zijn en ouder worden vraagt van mij een bewust leren omgaan met afhankelijkheid, met verlies en verval, om mij heen en in mijn eigen leven: een permanente oefening van een in vertrouwen loslaten!

Wat betekent God voor u?

Voor mij staat God voor de grote schepping, het grote verband waarin ik mijn plek heb. Dat geeft mij vertrouwen dat de dingen in mijn leven gebeuren zoals ze moeten gebeuren. In dat leven probeer ik mijn verantwoordelijkheid te nemen, probeer ik mijn eigen willen en doen los te laten, en ontstaat er een diepere kracht in mij. Verder haal ik hier graag Eckhart aan, een mysticus uit 1300:

God is een manier van spreken

Over de ziel

Over de wereld

God is een woord voor een manier van kijken

Neem jezelf waar

En waar je jezelf vindt

Laat je jezelf daar los

Waarin vertrouwt u?

In de liefde! En in dat grote verband. Als mijn lijf het laat afweten en ik dood ga, geloof ik dat er een eeuwigheid is. Verder vertrouw ik in een mét elkaar zijn, in plaats van voor elkaar.

Wat biedt de Remonstrantse gemeente Haarlem u?

Die geeft mij een warme ontmoetingsplek met een verscheidenheid aan mensen in het licht dat ons samenbrengt. Luisterend en bezinnend op de verhalen van het evangelie.

Wringt het bij de Remonstranten wel eens ergens, kunnen zaken beter?

Ik vind het jammer dat er zo weinig mensen de dienst bezoeken als er predikanten van buiten voorgaan. Verder mis ik jongeren en kinderen in onze gemeente.

De vraag van Peter Kluit

Die ontbrak, Peter wilde dat ik haar lekker veel liet vertellen… Dat is gelukt!

Welk advies of motto zou u aan de lezers willen meegeven?

Blijf open voor nieuwe manieren om je geloof vorm te geven. Maar vraag me niet hoe!

Wie zou u willen uitnodigen voor een volgend interview?

Cees Vlaskamp, hij is altijd actief geweest rond de muziekdiensten, ik zou graag willen weten wat muziek voor hem betekent.

Manon van’t Hof

Gerelateerd