6 september 2016

Preek van de Leek ‘Het verloren schaap’ met Jan Kortie op 18 september

Geschreven door Peter Kluit

Jan Kortie heeft zondag 18 september in onze kerk gepreekt als leek, hij koos voor de gelijkenis van het verloren schaap. De tekst die hij heeft uitgesproken is hierna te lezen.

Preek van de Leek door Jan Kortie.

U kunt niet zeggen dat U niet gewaarschuwd bent.

Het is de afgelopen weken op diverse manieren aangekondigd: deze preek wordt gehouden door een leek. Ik heb het woord ‘leek’ nog maar eens opgezocht in Van Dale. En daar staat toch echt duidelijk: een leek is iemand die van een bepaald vak weinig of geen verstand heeft.

Daar bent u dus op afgekomen. Gaat u ook naar een restaurant dat u een steak van de leek serveert? Of naar een ziekenhuis waar tijdens de week van de leek chirurgen hun plaats afstaan aan anderen?

U bent dus gewaarschuwd: ik heb geen verstand van zaken. Dat stoort mij overigens niet, ik weet zelf eigenlijk niet beter. Laat ik u een verhaaltje vertellen over mij, ik vind het zelf wel een lief verhaaltje.

Ik zal een jaar of 14, 15, 16 geweest zijn. Ik was een puber, niet enorm ongelukkig, maar ook niet bijster gelukkig. En ik droomde. Ik dagdroomde. Een vaste terugkerende dagdroom had ik. In die fantasie zit ik op de eerste rij van de schouwburg in Eindhoven, de plaats waar ik geboren ben. Op het podium zit het Brabants Orkest, dat toen nog niet was wegbezuinigd. (Vreemd eigenlijk dat wij nu veel rijker zijn dan toen, maar minder orkesten hebben. Maar dit terzijde.) Het orkest speelt de 9e van Beethoven. Ik geniet. En dan, vlak voor het slotkoor gaat beginnen, dat majestueuze Alle Menschen werden Brüder, wordt in mijn fantasie de dirigent op het podium onwel. Niks ernstigs, maar hij kan niet verder. En dan spring ik op, van de eerste rij, en neem zijn taak over. Eindeloos heb ik die droom opnieuw gedroomd. Steevast liep het glorieus af. Dat ik een leek was hinderde koor noch orkest. Alle mensen werden broeders.

 

Toen ik een studiekeuze moest maken ging ik niet naar het Conservatorium. Daar was ik niet getalenteerd genoeg voor. Ik ging economie studeren. Ook daar bezat ik geen specifiek talent voor, maar dat stoorde vreemd genoeg niet. Ik werd economieleraar, had het aanvankelijk aardig naar m’n zin, maar na een jaar of vijf, zes ging het knagen. Ik zat in die tijd in therapie en daar gebeurde het dat ik weer terugkwam bij die Beethoven-droom. En ik besloot dat het tijd was om die toch serieus te nemen. Ik ben wat lessen gaan nemen, richtte een schoolkoor op, op de school waar ik leraar was, ging workshops geven, en lessen. Dat was het begin. Op muziekgebied was ik een leek, en dat ben ik trouwens nog steeds. Arm van geest, zou je kunnen zeggen, niet belast met een overdosis aan kennis.

Maar een paar dingen wist ik, minstens intuïtief, wel. Ik wist: mensen willen zingen. Iedereen. Ook mensen die van zichzelf zijn gaan denken dat ze niet kunnen zingen. Dat hebben ze trouwens nooit zelf bedacht. Er is geen enkel kind dat van zichzelf denkt dat hij niet kan zingen, of dansen, of tekenen. Totdat een ander, vaak een volwassene die zichzelf geen leek vindt, het kind duidelijk maakt dat het iets niet goed doet. Het kind was zich niet eens bewust ervan dat er iets niet goed zou kunnen zijn.

En ik wist nog iets, diep vanbinnen. Ik wist: iedereen wil erbij horen. Wij mensen, wij verlangen naar contact, naar ontmoeting, relatie. Ook op psychologiegebied was en ben ik een leek, maar ik kende natuurlijk, net als ieder van u, de ervaring van eenzaamheid, van er niet bij horen. Die woorden van Schiller: Alle Menschen werden Brüder, waren dus balsem voor mijn ziel. Er staat niet: veel mensen worden broeders, of: alle mensen worden in principe broeders. Er staat: alle mensen worden broeders. Die woorden vervulden me met hoop en met levenskracht. Ik voelde de waarheid van dat visioen. En zingen doet precies dat: het brengt ons bijeen. Als we samen zingen en als iedereen dan mee mag doen en als iedereen ook meedoet, dan is niet zomaar fijn of lekker of mooi. Dan is dat de hemel op aarde. Het Rijk Gods, kun je ook zeggen, op aarde. Waar we, al is het maar een moment, voor even allemaal erbij horen. Allemaal broeders en zusters.

Maar is zingen dan niet voor sommige mensen te moeilijk? Hebben sommige mensen niet een stem als een kraai, of een gehoor dat gewoon niet deugt? Nee. Dat bestaat niet. Mijn stem wijkt af van de jouwe, maar onze stem is precies wat we nodig hebben om ons eigen verhaal te bezingen. Zingen is echt eenvoudig, ik bezweer het je. Zingen is niet moeilijker dan praten. Als je dat niet zonder meer van mij aan wil nemen, als je denkt dat dat voor jou (of voor je partner) niet waar is, kom dan maar eens een workshop volgen, dan zul je het zien en voelen. En dan zul je ook zien: goed zingen bestaat eigenlijk niet, net zo min als fout zingen.

Begin je al te snappen waarom ik gekozen heb voor de parabel van het verloren schaap? Als we met 99 mensen zijn die al kunnen zingen en er is er één die nog beschroomd z’n mond houdt, dan zijn we nog niet compleet. Dan ontbreekt er nog iets aan ons gezang. Als die ene dan z’n mond opendoet, aarzelend wellicht, en mee gaat doen, dan is dat een doorbraak. Dat is een vreugdevol moment, voor iedereen die erbij is. De steppe gaat bloeien! De ballingen keren! Zo iemand leggen wij vol vreugde op de schouders, we stoten onze buren en vrienden aan en voor een magisch moment verkeren wij in de hemel op aarde.

Er zullen dan mogelijk wel farizeeën en schriftgeleerden zijn, onder ons, of in onszelf, die zeggen: dat is niet goed, dat is vals, dat bromt, dat piept. Die dus feilloos wijzen op onvolmaaktheid, op tekortschieten, op zondigheid kun je ook zeggen. Dat doen ze vaak met enige autoriteit. Schriftgeleerden zijn nu eenmaal geen leken, het zijn geen armen van geest, ze hebben er verstand van. Maar het verstand, hoe verstandig ook, heeft geen weet van waar we het hier over hebben. Dit gaat niet over goed of mooi. Dat gaat over: vrij. Dit gaat over bevrijding. En dan ben je beter af als leek. Dan hoef je niet weten hoe het hoort.

Want vergis je niet, deze parabel gaat natuurlijk niet alleen over mensen die er al dan niet bij mogen horen. Hij gaat ook over alles wat er in ons leeft. Mag alles in jou erbij horen? Nou, waarschijnlijk niet. De meeste mensen die ik ken hebben, net als ik, voorkeuren. Met sommige delen van onszelf zijn we blij, met andere stukken niet. Die stoppen we weg, in schaamte of schuld, die proberen we te verdoezelen, we willen immers niet door de mand vallen, of we schaven eraan, doen ons best om zo goed mogelijk te repareren wat er aan ons mankeert. En ik denk dat deze parabel ons wil aansporen om ook dat wat we in onszelf verstopt hebben, verbannen hebben, om dat te gaan zoeken. Dat we delen van onszelf verbergen voor onszelf en voor anderen, dat doen we immers nooit uit luxe, dat is nodig geweest om aan bepaalde situaties het hoofd te bieden. Maar al die duistere delen die willen ook gezien worden, die willen leven, en die willen, jawel, gezongen worden. Dat wordt mogelijk eerst een smartelijk lied van pijn, angst en eenzaamheid. Maar vroeger of later wordt het een lofzang op het leven. Jezus ontving zondaars en at met hen. Dat gaat over ontmoeting. Dat kunnen wij ook doen. Wij kunnen het onaffe in onszelf verwelkomen, ruimte geven en zelfs laten zingen. De steppe zal bloeien, de ballingen keren, ze keren met blinkende schoven.

Dat is, denk ik, wat bedoeld wordt met: bevrijding van zonden. Die bevrijding komt niet omdat iemand of iets, een bovenmenselijke autoriteit ons bevrijdt, ons alsnog goedkeuring verleent of vergeving, maar omdat wij stapje voor stapje, ieder op z’n eigen moment, nooit te vroeg, nooit te laat, de moed vinden om alles in onszelf te omarmen, om alles in anderen te omarmen, in de verwondering die je als leek kunt hebben.

En dan te weten: Alle Menschen werden Brüder. Ooit, straks. En waarom ook niet gewoon hier, nu?

Een hand zal ons wenken, een stem zal ons roepen: ik open hemel en aarde en afgrond. En wij zullen horen, en wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Eindhoven viert men vandaag,18 september, Bevrijdingsdag. Op die dag in 1944 werd de stad bevrijd van de onderdrukker. Dat bevrijdingsfeest maakt een grote indruk op mij als jongetje, ik zat er met mijn neusje bovenop als het bevrijdingsvuur ontstoken werd die avond op het Stadhuisplein, en omdat mijn vader betrokken was bij de organisatie viel dat woord steeds bij ons thuis. Vrijheid. Bevrijding.

 

 

 

 

 

Gerelateerd